donderdag 21 januari 2010

OpenSuse van 11.1 naar 11.2

Ik volg de ontwikkelingen misschien iets te gemakkelijk. OpenSuse 11.1 draaide eigenlijk over het algemeen heel goed. En na bijna een jaar begon ook KDE 4 ergens op te lijken, al waren de commentaren erg negatief. Wellicht gebruik ik te weinig van de mogelijkheden en bovendien had ik zelf de bureaumap onherstelbaar beschadigd. In ieder geval toen 11.2 uitkwam - vrijwel gelijktijdig met Ubuntu 9.10 besloot ik toch maar 11.2 te installeren. Dat ging uitstekend. KDEwas al een stuk completer, zei men en zag er nu ook officieel heel goed uit. Alles ging goed tot ik een stuk tekst wilde printen op de oude parallele HP Laserjet 4L. De printer was onmiddellijk herkend door OpenSuse en de correcte driver geïnstalleerd. maar de tekst die uit de printer kwam bleek garbage. Merkwaardig; ik had eigenlijk nauwelijks aandacht besteed aan de printer, want die draait nu al tien jaar moeiteloos onder Linux. Opnieuw OpenSuse geïnstalleerd met hetzelfde resultaat.
De live-CD van Ubuntu 9.10 genomen - ik was uiteindelijk niet voor niets naar een install-party geweest en printer uitgeprobeerd, het resultaat was het zelfde als bij OpenSuse: printer werd herkend, drivers geïnstalleerd en garbage geprint.
Uiteindelijk met de live-CD van Ubuntu 9.04 getest en de printer draaide als van ouds. Ik besloot Ubuntu 9.04 nu maar te installeren op mijn nieuwste machine. Alles - of vrijwel alles werkt nu weer naar behoren. En ik draai nu Ubuntu 9.04 op de plaats waar eerst OpenSuse draaide.
Op mijn testmachine draait Ubuntu 9.10. Maar 9.10 kent mijn webcam niet meer, is niet instaat om mijn parallele printer aan te sturen en heeft ook geen faciliteiten voor de draadloze scanner op de andere kamer, allemaal dingen die 9.04 moeiteloos wel kan.      

woensdag 6 januari 2010

KDE en Gnome

Ik bleef aan SUSE hangen, domweg omdat het iedere keer te koop was in Breda en omdat ik geleidelijk gewend raakte aan de installatie procedure met Yast. Bovendien SUSE was uiterst stabiel, wat ik ook deed SUSE draaide gewoon door. Maar er bleef iedere keer iets te wensen over: multimedia, werkte niet of nauwelijks, de webcam kreeg ik niet aan de gang ... Zou dat in de volgende release opgelost worden. Suse werkte met KDE, daardoor leek mijn bureaublad een beetje op het bureaublad van Windows.
Terwijl ik nog bezig was met versie 9.1, maakte iemand me attent op Ubuntu, Ubuntu 6.06 LTS. Het lijkt een beetje op de letters die bij autotypen worden gegeven, maar in dit geval betekenden de letters iets meer dan de type omschrijving; het bleek dat LTS betrekking had op de duur van ondersteuning van Ubuntu. Ik probeerde Ubuntu uit maar miste eigenlijk de veiligheid van SUSE. Gebruiker en beheerder waren niet zo streng gescheiden. En Ubuntu werkte met Gnome.   
   

vrijdag 1 januari 2010

Linux-RedHat, SUSE

Het duurde even voordat ik doorhad dat het bij Linux eigenlijk ging om de kern van het systeem, het gedeelte dat in feite de communicatie met de hardware onderhoudt. Dat er rond de kern een systeem was gebouwd dat X-windows werd genoemd. Met X-windows werd het mogelijk om grafische communicatie met de computer te hebben. Rond X-windows kwam dan een programma dat de window manager werd genoemd. De kern en de twee schillen daaromheen waren en bleven ook drie gescheiden gebieden. Ik moet aannemen dat deze drie gebieden ook deel uitmaakten van Windows. Alleen: MS verbond de onderdelen zodanig met elkaar dat ze niet meer afzonderlijk te gebruiken waren. 
Na mijn aanvankelijke experimenten met Slackware, probeerde ik als eerste distributie RedHat 5. Dat was nog lastig genoeg, want ik had niet veel meer dan mijn praktijk kennis van DOS en Wordperfect. Windows 95 werd verkocht op 7 diskettes; de CD-Rom moest nog komen. En de terminologie die werd gebruikt was volstrekt onduidelijk.
"Als je de monitor installeert, moet je de specificaties bij de hand hebben: hoe groot is de horizontale en verticale resolutie, en de verversingsfrequentie...", een terminologie die door MS Windows grotendeels automatisch werd ingevuld.
In de praktijk bleek in de omgeving dat RedHat niet zo gemakkelijk te krijgen was en ik ging over op SUSE. Achteraf bleek dat ik daarmee dwars door de discussie over Gnome en KDE heen liep.