vrijdag 1 januari 2010

Linux-RedHat, SUSE

Het duurde even voordat ik doorhad dat het bij Linux eigenlijk ging om de kern van het systeem, het gedeelte dat in feite de communicatie met de hardware onderhoudt. Dat er rond de kern een systeem was gebouwd dat X-windows werd genoemd. Met X-windows werd het mogelijk om grafische communicatie met de computer te hebben. Rond X-windows kwam dan een programma dat de window manager werd genoemd. De kern en de twee schillen daaromheen waren en bleven ook drie gescheiden gebieden. Ik moet aannemen dat deze drie gebieden ook deel uitmaakten van Windows. Alleen: MS verbond de onderdelen zodanig met elkaar dat ze niet meer afzonderlijk te gebruiken waren. 
Na mijn aanvankelijke experimenten met Slackware, probeerde ik als eerste distributie RedHat 5. Dat was nog lastig genoeg, want ik had niet veel meer dan mijn praktijk kennis van DOS en Wordperfect. Windows 95 werd verkocht op 7 diskettes; de CD-Rom moest nog komen. En de terminologie die werd gebruikt was volstrekt onduidelijk.
"Als je de monitor installeert, moet je de specificaties bij de hand hebben: hoe groot is de horizontale en verticale resolutie, en de verversingsfrequentie...", een terminologie die door MS Windows grotendeels automatisch werd ingevuld.
In de praktijk bleek in de omgeving dat RedHat niet zo gemakkelijk te krijgen was en ik ging over op SUSE. Achteraf bleek dat ik daarmee dwars door de discussie over Gnome en KDE heen liep.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten